‘Voedselbosbouw verdient krachtige stimulering bij transitie naar natuurinclusieve landbouw’

‘Voedselbosbouw verdient krachtige stimulering bij transitie naar natuurinclusieve landbouw’

Voedselbosbouw is een natuurinclusieve teelt in de landbouw die veel kan bijdragen aan een effectieve aanpak van zowel de stikstof- als de klimaatcrisis en de slechte staat van het watersysteem in Nederland. Deze innovatieve teelt biedt hiermee een wenkend toekomstperspectief. Niet alleen voor de boeren, maar óók voor de natuur, het landschap en de samenleving als geheel. Alle reden voor een krachtige stimulering van een grootschalige omschakeling van gangbare teelten naar voedselbosbouw, vooral op landbouwgronden in de buurt van kwetsbare natuurgebieden. Met deze boodschap richtte Stichting Voedselbosbouw zich deze zomer in een brief tot de ministers van Landbouw en Stikstof.

Als de stikstofcrisis iets duidelijk heeft gemaakt, is het wel dat er een grote behoefte bestaat aan succesvolle landbouwmethoden die agrarische voedselproductie en duurzaamheid combineren. Voedselbossen zijn hiervan een goed voorbeeld. Niet alleen reduceren voedselbossen de stikstofbelasting van de natuur, ze leggen ook veel CO2 vast, verbeteren de waterhuishouding, versterken de natuur én bieden boeren een aantrekkelijk verdienmodel. Voedselbosbouw biedt dus volop kansen voor toekomstgerichte boeren. Vanuit deze overtuiging deed Stichting Voedselbosbouw in juli een appel op de ministers. Volgens de stichting is het goed mogelijk om met ‘kostenefficiënt stimuleringsbeleid’ in de komende tien jaar 170.000 hectare voedselbossen te realiseren op Nederlandse landbouwgronden. Met dit areaal - een kleine 8 procent van het totale Nederlandse landbouwareaal - zou de voedselbosbouw vanaf 2040 voldoende calorieën, koolhydraten, eiwitten, vitaminen, mineralen en vezels kunnen produceren voor ruim één miljoen mensen.

Grotere weerbaarheid landbouwbedrijven tegen gevolgen klimaatverandering

Zo’n schaalsprong biedt grote kansen om verschillende uitdagingen op het gebied van natuur en milieu tegelijk aan te pakken. Zo brengen voedselbossen een drastische vermindering van de stikstofbelasting en een snel herstel van de natuur en biodiversiteit binnen handbereik: zowel in de voedselbossen zelf als in nabijgelegen natuurgebieden. “Dit is te danken aan de toepassing van de ecologische principes van een natuurlijk bos bij de teelt van een rijke variëteit van eetbare, meerjarige soorten. Bovendien leggen voedselbossen CO2 vast en zorgen zij voor een grotere weerbaarheid van landbouwbedrijven tegen de gevolgen van klimaatverandering. Dit komt onder meer door de positieve invloed van voedselbossen op het watervasthoudend vermogen van landbouwbodems en op de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater in de omgeving”, schrijft de stichting aan de bewindslieden.

Wouetr II

Deze optelsom van factoren biedt een wenkend perspectief voor boeren die deels of geheel willen omschakelen naar voedselbosbouw. “Voedselbosbouw biedt een aantrekkelijk verdienmodel voor elke agrariër die de magere jaren na de aanplant kan overbruggen. Al binnen vijf tot zeven jaar levert een voedselbos de eerste oogsten, vooral fruit, in volumes die goed verkoopbaar zijn, en nemen de oogsten hierna snel toe. Bovendien kent een bloeiend voedselbos lage kosten en hoge opbrengsten. Zo hoeft een voedselbos maar één keer te worden aangelegd en zijn geen externe inputs zoals (kunst-)mest en pesticiden nodig, omdat de natuur zélf zorgt voor ‘bemesting’ en plaagbeheer. Vele kostbare activiteiten die in de gangbare land- en tuinbouw elk jaar terugkomen - ploegen, eggen, zaaien, wieden, maaien, mesten, spuiten - zijn overbodig en zelfs contraproductief. De opbrengsten zijn daarnaast hoog, omdat de oogsten uit een voedselbos - zoals fruit, noten, zaden, scheuten, bloemen en bladgroenten - goed afzetbaar zijn tegen eerlijke prijzen in korte (regionale) afzetketens voor hoogwaardig (vers) voedsel.”

Voedselbos Ketelbroek

Voedselbos Ketelbroek nabij Nijmegen

Hoewel de professionele voedselbosbouw verschillende grote meerwaarden kan hebben voor het overheidsbeleid op het gebied van landbouw, natuur, water en klimaat laat de ondersteuning vanuit de overheid voor deze innovatieve vorm van landbouw nog te wensen over. Er moet dus boter bij de vis, benadrukt Stichting Voedselbosbouw. “Een succesvolle, grootschalige omschakeling van gangbare, grondgebonden agrarische teelten naar professionele voedselbosbouw staat of valt met de beschikbaarheid van voldoende budget en meer ruimte in wet- en regelgeving. Bovendien kunnen veel overheidsuitgaven worden vermeden als de gebiedsgerichte aanpak in het kader van het stikstofbeleid wordt verrijkt met een deskundig ondersteuningsaanbod voor agrariërs die willen omschakelen naar voedselbosbouw”, aldus de stichting.

Klik hier om de volledige brief te lezen.