Minister Van der Wal brengt werkbezoek aan Voedselbos Eemvallei

Minister Van der Wal brengt werkbezoek aan Voedselbos Eemvallei

Minister Christianne van der Wal van Natuur en Stikstof was op maandag 31 oktober op werkbezoek in Flevoland. In het gezelschap van Harold Hofstra, gedeputeerde voor de provincie Flevoland, en ambtenaren bracht zij ook een bezoek aan Eemvallei Zuid, het gezamenlijke project van Stichting Voedselbosbouw, Stichting Het Buytenwold, Natuurboerderij Vliervelden en Staatsbosbeheer in het kader van het programma Nieuwe Natuur van de provincie Flevoland.

In Eemvallei Zuid wordt een nieuw natuurgebied van zo’n vijftig hectare ontwikkeld met een unieke combinatie van een voedselbos (dertig hectare), kruidenrijke weides en speel- en recreatiemogelijkheden voor kinderen en volwassenen. Na drie jaar van gesprekken, tekensessies, onderhandelingen en planontwikkeling konden de projectpartners en provincie in juni 2017 de realisatieovereenkomst voor Eemvallei Zuid tekenen.

Werkbezoek Minister van der Wal 31-10-2022

Mede vanwege een verplicht archeologisch onderzoek en een vertraagde vergunningprocedure ging de eerste aanplant van het beoogde voedselbos pas begin 2020 van start. De aanplant liep vervolgens extra vertraging op onder invloed van de droogte en corona-lockdowns. Zo’n gebiedsproces vraagt dus veel doorzettingsvermogen, maar alle partijen - waaronder de betrokken overheden - verbinden zich aan het proces en aan elkaar, vertelde gedeputeerde Harold Hofstra, die het programma Nieuwe Natuur in portefeuille heeft. “Dat vraagt óók om nabijheid van de overheid”, benadrukte hij. De minister reageerde enthousiast op het initiatief. “Het is mooi om te zien hoe hier landbouw, nieuwe natuur, voedselproductie, recreatie en woningbouw samen komen.”

Van technologische naar ecologische innovaties

Na een bezoek aan Natuurboerderij Vliervelden begaven Van der Wal en haar gevolg zich naar het zuidwestelijk deel van Eemvallei Zuid, waar Stichting Voedselbosbouw samen met vele vrijwilligers een inhaalslag maakt met de aanplant van het voedselbos. De minister nam een kijkje op het veld langs de Tureluurweg dat in het voorgaande weekend juist was vol geplant met allerlei eetbare soorten - zoals kweeperen, olijfwilgen, roodappelsen en kaki’s - die in gemakkelijk oogstbare rijen naast elkaar zijn geplaatst. Marc Buiter, secretaris van Stichting Voedselbosbouw, hield haar voor dat dit soort rationeel ingedeelde voedselbossen een veelbelovende agrarische teelt vertegenwoordigen, die óók een effectieve oplossing biedt voor het stikstofprobleem in de landbouw. “Boeren in de buurt van stikstofgevoelige natuurgebieden hoeven niet te stoppen met hun bedrijf. Ze kunnen ook omschakelen naar voedselbosbouw, aangezien deze innovatieve vorm van natuurinclusieve landbouw de stikstofbelasting van nabijgelegen natuurgebieden op twee manieren reduceert. Ten eerste, omdat er geen dierlijke mest of kunstmest wordt toegepast in voedselbossen. Ten tweede, omdat ze naast CO2 uit de atmosfeer óók opgeloste stikstofverbindingen uit de omgeving vastleggen in de bodem en vegetatie. Omdat voedselbosbouw bovendien uitzicht biedt op een goed inkomen voor de boer en verbetering van de waterhuishouding, vormt deze houtige teelt een aantrekkelijk alternatief voor boeren die de stikstofuitstoot van hun bedrijf vergaand moeten verminderen.”

Werkbezoek Minister van der Wal III 31-10-2022

V.l.n.r. Marc Buiter en Anje Poortman van Stichting Voedselbosbouw, Wout Neutel, hoofd Staatsbosbeheer Flevoland, gedeputeerde Harold Hofstra en minister Christianne van der Wal

Voedselbossen bieden perspectief voor boeren

Volgens Buiter kan de voedselbosbouw worden beschouwd als een ecologische innovatie die boeren veel meer perspectief biedt dan menige technische innovatie waarover vaak gesproken wordt. Toch is deze optie nog onderbelicht in het publieke en politieke debat over landbouw, natuur en stikstof. Daarbij wees hij erop dat er nog steeds grote obstakels zijn in beleid, wet- en regelgeving die een schaalsprong van de voedselbosbouw in de weg staan, ondanks herhaalde oproepen vanuit de Tweede Kamer om deze belemmeringen weg te nemen.

Voedselbossen zijn bijvoorbeeld vooralsnog niet opgenomen in de zogenoemde eco-regeling, waarmee ‘toekomstbestendige boeren’ extra subsidie kunnen krijgen bovenop de basispremie die zij ontvangen in het kader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). De eco-regeling biedt extra subsidie voor agrarische activiteiten die ‘biodiversiteit, bodem en lucht, klimaat, landschap en water verbeteren’. “Terwijl strokenteelt en biologische landbouw wel in aanmerking komen voor een extra vergoeding vanuit de eco-regeling, dreigen voedselbossen nu dus buiten de boot te vallen”, aldus Buiter. De minister was het met hem eens dat dit een gemiste kans zou zijn vanwege de meerwaarden van voedselbossen voor klimaat, water en natuur.

'Voedselbossen zijn nog onderbelicht in het publieke en politieke debat over landbouw, natuur en stikstof'

Ook verwees Buiter naar belemmeringen in de wet- en regelgeving rond de bescherming van open landschappen en de herplantplicht. Met het oog op de beleidsambities op het gebied van klimaat en natuur wordt de aanplant van hoge bomen in gemeentelijke bestemmingsplannen volgens hem te vaak verboden vanwege de bescherming van open landschappen. De herplantplicht is bedoeld om het bosareaal in Nederland te beschermen. Buiter: “Deze herplantplicht moet worden ingevuld met houtopstanden die voldoen aan de definitie uit de Wet natuurbescherming. Omdat fruit- en notenbomen buiten de huidige definitie van een houtopstand vallen, kunnen geen voedselbossen worden aangeplant op gronden waarop de herplantplicht rust. Ook dat is een onnodige belemmering voor de aanplant van voedselbossen.”

Het financieel ontlasten van voedselbospioniers

De minister toonde zich enthousiast over het ‘model’ van een rationeel voedselbos, maar wierp ook een aantal mitsen en maren op onder verwijzing naar het feit dat een voedselbos na aanplant een aantal jaren weinig inkomsten oplevert voor de boer, omdat de productie nog op gang moet komen.

Buiter benadrukte dat er na de aanplant nauwelijks kosten zijn voor de boer, omdat een voedselbos zeer terughoudend wordt beheerd en dat er verschillende mogelijkheden zijn om de aanloopfase financieel te overbruggen. “Boeren die wij ondersteunen vanuit het programma Duurzame Doorbraak Voedselbosbouw hoeven niet in één keer om te schakelen. Ze kunnen beginnen op een deel van hun land met een voedselbos van minimaal vijf hectare, waardoor ze op de andere percelen inkomsten kunnen blijven halen uit hun reguliere teelten. Daarnaast kunnen ze afspraken maken met de financier of grondeigenaar om gedurende de aanloopfase vrijgesteld te worden van aflossingen, rentebetalingen en/of pachtlasten. In de pachtovereenkomst met de provincie Noord-Brabant voor Voedselbos Schijndel is Stichting Voedselbosbouw bijvoorbeeld de eerste zes jaar vrijgesteld van pachtbetalingen. Vanaf jaar zeven tot en met twintig moet de Stichting gewoon pacht betalen, waarbij ook de verschuldigde pacht uit de eerste zes jaar wordt verrekend. Zodoende kunnen de financiële lasten goed worden afgestemd op natuurlijke ontwikkeling van een voedselbos.” De minister reageerde positief verrast toen ze hoorde dat de provincie Noord-Brabant dit financieringsmodel al toepast op de pacht voor Voedselbos Schijndel. Ook de mogelijkheid om de CO2-fixatie door een voedselbos te verzilveren door verkoop van CO2-certificaten sprak haar aan. Geïnspireerd keerde Van der Wal terug naar Den Haag met de toezegging een vervolgafspraak te maken, zo mogelijk met de minister van Landbouw, de heer Adema, erbij.