Ecohydrologisch onderzoek

Voedselbossen zijn goed voor bodem en waterhuishouding

De omschakeling van gangbaar agrarisch landgebruik naar voedselbosbouw draagt bij aan de vermindering van de milieuproblematiek rond verdroging en vervuiling van de bodem en het grond- en oppervlaktewater. Voedselbossen leveren een positieve bijdrage aan de kwaliteit en kwantiteit van water en bodem, waardoor ze een geschikt alternatief zijn voor traditionele vormen van landbouw, waaronder biologische landbouw, in de buurt van kwetsbare natuurgebieden. Dat zijn de conclusies van een ecohydrologisch onderzoek dat Royal HaskoningDHV in het voorjaar van 2021 heeft uitgevoerd in opdracht van Groen Ontwikkelfonds Brabant en Stichting Voedselbosbouw.

Effecten op waterhuishouding en natuur

Het adviesbureau kreeg de onderzoeksopdracht naar aanleiding van vragen die Waterschap Aa en Maas had gesteld vanwege een vergunningaanvraag van Stichting Voedselbosbouw. Het betrof vragen over de effecten van een aantal voorgenomen grondwerkzaamheden voor Voedselbos Schijndel op de lokale waterhuishouding en natuur. Deze specifieke vragen waren voor de projectpartners - Groen Ontwikkelfonds Brabant en Stichting Voedselbosbouw - aanleiding om de onderzoekers ook de bredere beleidsvraag voor te leggen naar de te verwachten effecten van de aanplant van een voedselbos op landbouwgrond op de waterhuishouding en natuur.

Nationale Bossenstrategie

Vanwege de positieve onderzoeksresultaten kan het rapport van Royal HaskoningDHV worden beschouwd als een verdere onderbouwing van de kansen die de boslandbouw (agroforestry) volgens de Nationale Bossenstrategie biedt voor verbinding van landbouw en natuur. Als specifieke vorm van agroforestry kan voedselbosbouw volgens deze beleidsagenda van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de provincies niet alleen een nieuw verdienmodel voor agrariërs opleveren. Het kan óók bijdragen aan ‘een veerkrachtige, klimaatrobuuste landbouw, stikstofreductie en het versterken van landschappelijke kwaliteit en biodiversiteit”.

Infiltratie, waterretentie en verdamping

Tegen deze achtergrond was de focus van het literatuuronderzoek van Royal HaskoningDHV gericht op de kwalitatieve en kwantitatieve effecten van de aanplant van voedselbossen op landbouwgrond op de bodem, waterhuishouding en natuur. Zo is onderzocht welke gevolgen de realisatie van een voedselbos kan hebben op de zogenoemde ‘infiltratie’ en het watervasthoudend vermogen van de bodem en of dit per grondsoort verschilt.

Illustratie van het effect van vegetatie op de infiltratiecapaciteit van de bodem

Illustratie van het effect van vegetatie op de infiltratiecapaciteit van de bodem

Ook is gekeken naar de te verwachten effecten op de verdamping, de waterkwaliteit en de (kwetsbare) natuur, zowel op locatie als in de nabije omgeving. De transformatie van gangbare/biologische akkerbouwpercelen en graslanden naar een voedselbos was steeds het uitgangspunt voor de analyse van de effecten. De resultaten van het onderzoek bevestigen de hoge verwachtingen over een aantal belangrijke duurzaamheidsimpacts van de voedselbosbouw. Voedselbossen verhogen het organisch stofgehalte in de bodem en vergroten de doorworteling, waardoor ze het watervasthoudend vermogen van de bodem en de infiltratie van water in de bodem verbeteren.

Voedselbossen verhogen het organisch stofgehalte in de bodem en vergroten de doorworteling

Het effect van een voedselbos op de verdamping is vergelijkbaar met een agrarisch grasland. Maar in een conventionele maïsakker verdampt weer veel meer water dan in een voedselbos. Bovendien verbeteren voedselbossen de waterkwaliteit, doordat geen gebruik wordt gemaakt van (kunst-)mest en bestrijdingsmiddelen en ook nauwelijks sprake is van uit- en afspoeling van bodemdeeltjes (erosie) naar het grond- en oppervlaktewater. Hieruit volgt dat voedselbossen een waardevolle bijdrage kunnen leveren aan het verminderen van verdroging door het langer vasthouden en meer geleidelijk afgeven van schoner water.

Lees voor meer informatie het onderzoek.