‘Natuur en landbouw kunnen sterker uit stikstofcrisis komen’

‘Natuur en landbouw kunnen sterker uit stikstofcrisis komen’

De stikstofcrisis was één van de grote thema’s tijdens de Provinciale Staten-verkiezingen. Vraag is of landbouw en natuur alsnog met elkaar verzoend kunnen worden. Wouter van Eck, voorzitter van Stichting Voedselbosbouw, gelooft dat een uitweg uit de impasse mogelijk is. “Voedselbosbouw biedt een elegante oplossing die beide werelden met elkaar verbindt en het verplicht uitkopen van boeren overbodig maakt.”

Als de stikstofcrisis iets duidelijk heeft gemaakt, is het dat er een grote behoefte bestaat aan succesvolle landbouwmethoden die agrarische voedselproductie en duurzaamheid weten te combineren. “Nu veel agrariërs op een andere manier moeten gaan boeren, is het realiseren van nieuwe verdienmodellen belangrijker dan ooit. Met voedselbossen is er een wereld te winnen: een wereld waarin natuur en landbouw niet elkaars tegenpolen zijn, maar elkaar versterken. Het gesprek tussen deze ‘twee werelden’ moet op een constructieve manier op gang komen”, vertelt Wouter.

Wouter-Ketelbroek

Wouter van Eck tijdens een rondleiding in Voedselbos Ketelbroek

Het is hierbij van belang dat alle partijen over hun eigen schaduw heen stappen, benadrukt hij. “Zo moeten we af van de harde tegenstelling tussen ‘landbouw’ en ‘natuur’. Nu is sprake van een patstelling tussen deze twee ‘werelden’, waarbij de natuur vaak als ‘tegenpool’ van agrarisch belang wordt gezien. Terwijl boeren en natuur juist óók elkaars bondgenoten kunnen zijn”, zegt hij. “Met voedselbosbouw kunnen we deze werelden positief met elkaar verbinden. Het is immers een agrarische teelt die goed is voor de natuur, maar ook een veelbelovend verdienmodel kan zijn voor boeren. Er zijn inmiddels veel positieve voorbeelden in verschillende delen van Nederland, waar agrariërs samen met onze stichting aan de slag zijn gegaan.”

De landbouw van de toekomst

Minister Adema van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit wil een overeenkomst sluiten met landbouworganisaties, natuurorganisaties en provincies over hoe de landbouw er in de toekomst uit moet zien. Doel is een breed gedragen Landbouwakkoord, dat boeren zekerheid moet geven. Zo wordt gekeken naar de mogelijkheden om agrarische ondernemingen uitzicht te bieden op een gezonde financiële situatie, terwijl ze tegelijkertijd de transitie naar een meer duurzame bedrijfsvoering maken. Wouter vindt dat voedselbosbouw één van de manieren is waarmee boeren hun onderneming kunnen voortzetten, zonder dat dit ten koste gaat van de natuur.

Najaar VII

Het biedt daarnaast een ‘elegante uitweg’ uit de stikstofcrisis. “Zo brengen voedselbossen een drastische vermindering van de stikstofbelasting en een snel herstel van de natuur binnen handbereik, zowel in de voedselbossen zelf als in nabijgelegen natuurgebieden. Voedselbossen leggen veel CO2 vast, verbeteren de waterhuishouding, versterken de natuur, zijn goed bestand tegen weersextremen én bieden boeren op termijn een aantrekkelijk verdienmodel”, zegt hij. “Voedselbosbouw biedt dus veel kansen voor toekomstgerichte agrariërs.”

Boter bij de vis

Steeds meer boeren weten hun weg naar Stichting Voedselbosbouw te vinden. “In onze gesprekken sluiten we aan op de ambities van boeren en de plaats waar zij een voedselbos willen aanplanten.” Wouter vindt dat zulke pioniers alle steun van de overheid verdienen en dat het kabinet hiermee meer ambitie kan tonen. In een kamerbrief de beide bewindslieden van LNV onlangs schreven, gaan zij in op de wens van de Kamer om binnen een half jaar te komen met een plan dat uitvoering geeft aan het masterplan Duurzame Schaalsprong Voedselbosbouw van Stichting Voedselbosbouw - met de bijbehorende financiële dekking van 30 miljoen euro, waarvan ongeveer de helft wordt gevraagd van overheden.

Voedselbos Groesbeek II

Voedselbos Ketelbroek omringd door raaigrasvelden en met Natura 2000-gebied De Bruuk op de achtergrond

Ondanks de vraag van de Kamer geven de bewindslieden nog geen duidelijkheid over een mogelijke financiering vanuit het Transitiefonds Landelijk gebied en Natuur. Met dit fonds wil het kabinet de maatregelen bekostigen die nodig zijn om de stikstofbelasting van de natuur terug te dringen, evenals de uitstoot van broeikasgassen door de landbouw. Wouter: “Ons plan vraagt om de opzet, uitvoering en coördinatie van een landelijk programma voor de opschaling van de voedselbosbouw tot duizend hectare in 2030. Dat aantal is door Rijk en provincies afgesproken in de Bossenstrategie.

Om dit te realiseren, moet er wel voldoende ondersteuning komen. “Veruit de meeste aandacht gaat nu uit naar het uitkopen van boeren. Het kabinet heeft hiervoor een enorm bedrag van zo’n 34 miljard euro beschikbaar. Terwijl het dus eigenlijk niet nodig is om boerenbedrijven die dichtbij Natura 2000-gebieden liggen, verplicht uit te kopen of te verplaatsen. Die verplichte onteigening kost niet alleen erg veel geld, maar zorgt logischerwijs ook voor onrust en onzekerheid onder boeren. Terwijl er een heel elegante oplossing is om dit te voorkomen. Als je in deze kwetsbare gebieden een voedselbos aanplant, komt de natuur ruimer in zijn jasje te zitten én kan het deel worden van een agrarisch bedrijf dat óók in de toekomst bestaansrecht heeft. Een succesvolle, grootschalige omschakeling van gangbare agrarische teelten naar professionele voedselbosbouw staat of valt echter met de beschikbaarheid van voldoende budget voor de omschakeling. Daarnaast is op veel locaties aanpassing van wet- en regelgeving nodig. Het is de politiek die nu aan zet is. Want het is hoog tijd om de boeren die dat willen te ondersteunen.”

Het slechten van wettelijke obstakels

Agrariërs kunnen obstakels tegenkomen op hun weg naar realisatie van een voedselbos. “Als je met een voedselbos aan de slag wil, kun je helaas knellende regels tegenkomen. Sommige bestemmingsplannen staan een voedselbos gelukkig zonder problemen toe. Andere bestemmingsplannen bevatten bepalingen die het aanplanten van bomen niet toestaan”, legt Wouter uit. “Dit zijn zaken waarvoor de overheden zélf aan de slag moeten, door zo snel mogelijk te beginnen met het opruimen van die belemmeringen”, zegt hij. Tegelijkertijd worden ook positieve stappen gezet, erkent hij. Zo is het aantal bomen per hectare dat op grasland aangeplant kan worden, verdubbeld. “Deze maatregel komt voort uit nieuwe subsidieregels van het Europees Landbouwbeleid en is zeker een positieve stap. Op locaties waar je volgens het gemeentelijk bestemmingsplan geen bomen mag planten hebben agrariërs hier echter nog niets aan.”

Breed draagvlak voor voedselbosbouw

“Net als in een voedselbos alle bomen elkaar nodig hebben, hebben we elkaar allemaal nodig in deze samenleving en in de Tweede Kamer." Met deze woorden sloot Carola Schouten, toenmalig minister van Landbouw, dat ministerschap in de late avond van 2 december 2021 af met een bijzonder afscheidscadeau: de belofte om namens elke fractie een boom aan een voedselbos te doneren. Het was het slotakkoord van een bijzondere dag. Zo bleek bij de begrotingsbehandeling van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit dat een ruime meerderheid in de Tweede Kamer het opstarten van agrarische voedselbossen financieel wil ondersteunen. De Tweede Kamer schaarde zich vrijwel unaniem achter een motie met dit doel. Ook de BBB was één van de zestien fracties die voor deze motie stemden. Wouter: “Dit brede draagvlak laat zien dat óók binnen die soms zo heftig verdeelde Kamer op een gevoelig beleidsterrein verzoening mogelijk is. Het is nu hoog tijd dat van de uitvoering van deze motie werk wordt gemaakt en dat voedselbosbouw als serieuze optie op tafel komt in de gesprekken over hoe de landbouw van de toekomst eruit moet zien.”

Ruimte voor samenwerking

De provincies moeten straks het voortouw nemen bij de uitvoering van het Landbouwakkoord. Hoe zij deze rol gaan vervullen, is nog onduidelijk. Wouter ziet ruimte voor samenwerking. “Als we bereid zijn naar elkaar te luisteren en samen een constructieve houding vinden, dan kunnen we snel meters maken. Zo hebben we vanuit Stichting Voedselbosbouw de afgelopen drie jaar al het opstarten van honderdvijftig hectare voedselbossen op landbouwgronden kunnen ondersteunen. Een mooie prestatie, die dankzij de samenwerking met toekomstgerichte boeren uit heel Nederland tot stand is gekomen.”

Lees ook: 'Tussen droom en daad: voedselbossen en open landschappen'